3.0 (Nov 2011)

Volgende statuten werden vastgelegd voor het gebruik van dieren en alternatieven tijdens de opleiding en bijscholing. Met het oog op een strikte uitoefening van het praktijkonderwijs gelden de begrippen 'alternatieven' en 'beschadiging' als specifieke richtlijnen voor dissectie, de herkomst van dierenkadavers, organen en weefsel alsook het gebruik van levende dieren in klinieken en in de vrije natuur.  Er is eveneens een specifieke richtlijn met betrekking tot het gebruik van dieren voor de ontwikkeling van alternatief studiemateriaal. Om te bekomen dat men, ook bij ongunstige omstandigheden, makkelijker overstapt  naar de vervanging van dierlijk leermateriaal, werden bijkomend specifieke voorwaarden vastgelegd voor de ongunstige situatie waarin men overweegt om dierenkadavers, organen en weefsel te gebruiken ter ontwikkeling van een alternatieve leermethode.

 

1. Statuten

2. Definitie van alternatieven in opleiding en bijscholing

3. Definitie van beschadiging

4. Statuut voor dissectie

5. Statuut voor de  ethische oorsprong van dierenkadavers, dierenorganen, dierenweefsel

6. Statuut voor de niet-ideale oorsprong van dierenkadavers, dierenorganen, dierenweefsel

7. Statuut voor gebruik van levende dieren voor klinische en chirurgische training

8. Statuut voor veldstudies op levende dieren

9. Statuut voor ethisch gebruik van levende dieren, kadavers, organen en weefsel  ter ontwikkeling van alternatieven

10. Statuut voor niet-ideaal gebruik van levende dieren, kadavers, organen en weefsel ter ontwikkeling van alternatieven

 

1. Verklaring statuten

InterNICHE ondersteunt hoog kwalitatieve, humane opleiding en bijscholing van biologische wetenschappen en het gebruik van alternatieve methodes die studieverrijkend zijn. InterNICHE is tegen elk schade berokkenend  gebruik van dieren, tijdens opleiding en bijscholing,  met inbegrip van beschadiging en doding van dieren om te beschikken over lichaamsdelen , organen en weefsel, voor dierproeven en training, voor gedragsonderzoek en veldstudies of ter ontwikkeling van alternatieven.

 

2. Definitie van alternatieven in opleiding en bijscholing

Alternatieven zijn humane onderwijsmiddelen en benaderingsmethodes die schadeberokkenend dierengebruik kunnen vervangen en de reeds bestaande humane opleiding en training verrijken. Alternatieven omvatten leermiddelen die volledig vrij zijn van dierlijk materiaal,  alsook  neutrale of welzijnszorg aan vrijwillige of behoeftige dieren. Daartoe behoren: 

 • Film en video

• Modellen, fantomen en simulatoren

• Multimedia-computersimulaties

• Ethisch verworven dierenkadavers, organen en weefsel Clinical work with patients

• Klinische behandeling van patientenStudent self-experimentation

• Zelfexperimenten door studenten 

• In-vitro Labo

. Veldstudies

 

3. Definitie van beschadiging

Beschadiging van een dier omvat elke bewuste of onbewuste handeling die op dat ogenblik of in de toekomst het welzijn van het dier nadelig beïnvloedt door het negeren of beperken van volgende vrijheden:

• De vrijheid om te leven

• De vrijheid om zijn natuurlijke behoeften volledig te beleven

• De vrijheid om deel uit te maken van de sociale structuur en van het ecosysteem

• Vrij van honger en dorst

• Vrij van onbehagen

• Vrij van pijn, kwetsuren en ziekten

• Vrij van angst en stress

Beschadiging toegebracht aan een dier in de loop van de opleiding  en training wordt slechts aanvaard als deze het onvermijdelijke gevolg is van een handeling ten behoeve van het dier in kwestie, in bepaalde omstandigheden wanneer het dier lijdt ten gevolge van een natuurlijke ziekte of ongeneeslijke kwetsuur (zie 7.6, 7.7); als het een humane euthanasie-handeling betreft  (zie 7.8); de handeling in bepaalde situaties de soort ten goede komt, of dient voor de ontwikkeling van een alternatieve methode;  op voorwaarde dat de toegebrachte schade kort is en minimaal. In het laatste geval zal een kosten-baten-analyse doorgevoerd worden die de beschadiging afweegt tegenover het potentiële voordeel, m.b.t. het individuele dier, andere dieren en de speciës. 

 

4. Statuut voor dierendissectie

InterNICHE aanvaardt dat dierendissectie een nuttig hulpmiddel kan zijn om kennis en vaardigheden te onttwikkelen en kan bijdragen tot het waardegevoel voor het leven, wanneer aan volgende voorwaarden werd voldaan:

4.1   Het kadaver werd op ethisch  manier verworven (zie 5) of van een aanvaardbare herkomst (zie 6)

4.2   De dissectie gaat door in het kader van een hogeschool-opleidingsniveau en niet op een lager opleidingsniveau

4.3   De dissectie is relevant m.b.t. de beroepsopleiding van de studenten

4.4   De ethische overtuiging van de studerenden m.b.t. dissectie wordt gerespecteerd 

4.5   De dissectie houdt rekening met de eerbied voor het leven en respecteert de waarde van het kadaver

4.6   Indien mogelijk, zal de dissectie gepaard gaan met observatie van in vrijheid levende dieren van dezelfde soort

4.7  Instructeurs zijn zich bewust van hun ethische verantwoordelijkheid, ze zijn uiterst competent en geoefend in alle activiteiten en procedures met dieren

4.8  Vragen rond ethiek, met inbegrip van dierengebruik, alternatieven, de band tussen mens en dier,  het wordt allemaal open en uitgebreid besproken. 

 

5. Statuut voor de ethische herkomst van dierenkadavers, organen en weefsel

InterNICHE is tegen elk schade toevoegend gebruik van dieren tijdens de opleiding en bijscholing, inclusief het berokkenen van schade of het doden van dieren, met de bedoeling zich te voorzien van kadavers, organen en weefsel. Hoewel dergelijk materiaal een nuttige bron kan zijn om kennis en ervaring op te doen, aanvaardt InterNICHE slechts het gebruik ervan op voorwaarde dat het materiaal op ethische manier verworven werd. Voor InterNICHE betekent het ethisch verwerven van dierlijke kadavers, dierlijke organen en dierlijk weefsel wanneer aan volgende voorwaarden werd voldaan:

 5.1   Het dierenlichaam, de dierenorganen of weefsel zijn afkomstig van een in vrijheid levend wild dier, een zwerfdier of een huisdier

5.2   Het dier in kwestie was voor zijn dood een in vrijheid levend wild dier, een zwerfdier of een huisdier

5.3   Het dier stierf een natuurlijke dood of bij een ongeval,  of werd op humane manier geëuthanaseerd ten gevolge van een natuurlijke terminale ziekte of onherstelbare kwetsuren  (zie 5.4)

5.4   De beslissing om het dier te euthanaseren werd genomen door een gekwalificeerde dierenarts met toestemming van de dierenbezitter (indien aanwezig), vooral uitgaand van de belangen van het dier en niet gemotiveerd door praktische of economische interessen

5.5  De dierenbezitter (indien aanwezig) heeft toestemming gegeven om het dierenkadaver, de organen of weefsel te gebruiken voor opleiding en bijscholing

5.6   Ethisch verworven weefsel van levende dieren omvat enkel en alléén overblijvend weefsel afkomstig van operaties ter genezing, of restanten van klinische behandelingen die ter beschikking worden gesteld, of weefsel  dat op natuurlijke wijze achterblijft,  zoals bijvoorbeeld na de geboorte van een dier. 

5.7   Het kadaver, het orgaan of weefsel, is niet noodzakelijk voor het klinisch welzijn van een ander dier of voor het welzijn van de species

5.8   Alle personen die betrokken zijn bij de toeleveringsprocedure, dienen op de hoogte te zijn van de ethiek, zijn bewust van hun verantwoordelijkheid, zijn adequaat getraind en zijn competent wat betreft alle activiteiten en procedures met dieren 

5.9  In elke fase van de toeleveringsprocedure bewaart men alle respect voor het leven, respect voor het kadaver, het orgaan of weefsel en worden er de hoogste ethische standaardnormen gehanteerd wat betreft dierenbescherming, de gezondheid en de veiligheid van de dieren 

 

6. Statuut voor andere, niet-ideaal verworven herkomst van dierenkadavers,  organen en weefsel

Vaak zijn dierenkadavers, dierenorganen en dierenweefsel afkomstig uit bronnen waar dieren gekweld  werden of gedood zoals bijv. in onderzoeksinstellingen, dierenkwekerijen, veehouderij, slachterijen, dierentuinen, dierenasielen en sportevenementen. Dierlijk materiaal dat uit deze bronnen afkomstig is wordt door InterNICHE beschouwd als onethisch verworven materiaal. Ook de zogenaamde overblijfselen of restafval uit deze bronnen dienen ethisch verworven te zijn: bij deze laatstgenoemden werd de ethiek echter gecompromitteerd of genegeerd door beschadiging, het doden en/of verhandelen van het dier in een bepaalde fase van zijn/haar leven.  Nochtans kan het zeer moeilijk zijn om kadavers, organen en weefsel van diersoorten die niet zo veel voorkomen als de in het wild levende dieren, zwerfdieren en huisdieren, op een ethische manier te bekomen. In dat geval kan in sommige omstandigheden een compromis worden gesloten om dit ethisch probleem op te lossen.

Voor het gebruik van dierenkadavers, organen en weefsel uit niet-ideale bronnen is een aanvaardbaar compromis enkel mogelijk wanneer aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

6.1   De dierenkadavers, organen of weefsel zijn werkelijk noodzakelijk voor de praktijkopleiding of voor de ontwikkeling van alternatieven en er is geen geëigend, op ethische manier verworven materiaal beschikbaar

6.2   Het dier werd niet gevangen, niet gekocht, niet gekweekt, niet gehouden, noch beschadigd of gedood om over het kadaver, organen of weefsel te kunnen beschikken

6.3  Het dier stierf een natuurlijke dood of door een ongeval; of het dier werd ten gevolge van een natuurlijke, ongeneeslijke ziekte of ernstige ongeneeslijke kwetsuur op humane wijze geëuthanaseerd, of het dierenkadaver, de organen of het weefsel zouden als afval worden verwijderd, of werden door het dier afgestoten  (zie 6.4)

6.4   De beslissing om het dier te euthanaseren werd genomen door een gekwalificeerde dierenarts in overleg met de dierenhouder (indien voorhanden), gebaseerd op het belang van het dier en niet gemotiveerd omwille van praktische of economische interessen

6.5   Noch het dierenkadaver, noch orgaan of weefsel worden gebruikt ten voordele van klinisch welzijn van een ander dier of van de soort

6.6   De verwervingsprocedure krijgt op geen enkel vlak ondersteuning noch erkenning voor de activiteit die gepaard gaat met lijden en doden van dieren; er wordt geen enkele handel in dierlijk materiaal toegestaan noch gesteund

6.7   Alle personen die betrokken zijn in de procedure van materiaalvoorziening zijn zich ethisch bewust en dragen een ethische verantwoordelijkheid,  zij genoten een aangepaste training en zijn uitvoerig competent voor alle activiteiten en procedures met betrekking tot dieren

6.8  In elke fase van de toeleveringsprocedure bewaart men alle respect voor het leven, respect voor het kadaver, het orgaan of weefsel  en worden er de hoogste ethische standaardnormen gehanteerd wat betreft dierenbescherming, de gezondheid en de veiligheid van de dieren

 

7. Statuut voor het gebruik van levende dieren voor klinische en chirurgische training 

InterNICHE aanvaardt het gebruik van levende dieren in klinisch bereik, wat zij als een integraal onderdeel  van de kennis en ervaring van studenten in de veterinair-medische opleidingen beschouwt, wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

7.1  De mogelijkheden rond klinische ervaring en chirurgietraining zijn opgebouwd rond de noden en het welzijn van individuele in de natuur levende wilde dieren, zwerfdieren en patienten-gezelschapsdieren

7.2   Het dier werd niet gevangen, niet gekocht, niet gekweekt, niet gehouden, noch beschadigd of gedood voor trainingsdoeleinden, met uitzondering voor beschadiging en euthanasie in bepaalde omstandigheden met dierenpatiënten (zie 7.5, 7.6, 7.7, 7.8)

7.3   Het oefenen van klinische ervaringen met een vrijwillig huisdier kan neutrale of positieve uitwerking hebben op dat dier; het dier wordt niet gestraft  maar aangemoedigd om mee te werken door het te  belonen. De training wordt stopgezet van zo gauw het dier angst vertoond of onbehagen

7.4   De klinische procedure en/of behandeling die gekozen wordt voor de dierenpatiënt is de meest geëigende en best mogelijke voor het welbevinden van het individuele dier, gericht op de genezing, tenzij de toestand  van het dier euthanasie vereist

7.5   Schade toegebracht aan de dierenpatiënt  tijdens een klinische procedure en/of behandeling is aanvaardbaar wanneer het de minst mogelijke schade berokkent die noodzakelijk is om met succes genezing van het dier te bekomen; ook in bepaalde situaties tijdens de procedure waarin een dier een natuurlijke terminale ziekte doormaakt of erg te lijden heeft onder een ernstige ongeneeslijke kwetsuur en als het gaat om een humane actie van euthanasie

7.6   Het trainen van klinische en chirurgische vaardigheden m.b.t. een terminale procedure is enkel dan aanvaardbaar wanneer een dier te lijden heeft ten gevolge van een natuurlijke terminale ziekte of een ernstige onherstelbare kwetsuur en waarbij een beslissing voor euthanasie genomen wordt door een bekwaam dierenarts in overleg met de dierenhouder (indien voorhanden), in het belang van het dier en niet gemotiveerd door praktische of economische interessen (zie 7.7, 7.8)

7.7  Wanneer men tijdens invasieve en/of  terminale procedure schade toevoegt aan een dier dat lijdt en  ongeneeslijk ziek is, of dat een zware onherstelbare kwetsuur heeft, is dit enkel aanvaardbaar wanneer de schade niet bewust wordt beleefd door dat dier en enkel als doel heeft om klinische praktijkervaring op te doen en het gaat om een humane euthanasiehandeling  (zie 7.8)

7.8   Euthanasie is aanvaardbaar wanneer een dier lijdt ten gevolge van een natuurlijke terminale ziekte of ernstige niet herstelbare; wanneer de beslissing voor euthanasie genomen wordt door een gekwalificeerde dierenarts in overleg met de dierenhouder (indien voorhanden), in het belang van het dier en niet gemotiveerd door praktische of economische interessen

7.9   De ethische overtuiging van de student met betrekking tot het gebruik van levende dieren in de klinische omgeving wordt gerespecteerd

7.10  De instructeurs zijn op de hoogte van ethiek en bewust van hun verantwoordelijkheid, ze zijn voldoende competent en uitvoerig getraind in alle activiteiten met dieren

7.11  Klinische ervaring en chirurgietraining met een dierenpatiënt of met een vrijwilliger-gezelschapsdier, wordt op elk tijdstip gesuperviseerd  door een gekwalificeerd lesgever

7.12   Voordat de student deelneemt aan klinische en chirurgische ingrepen aan dierenpatiënten of vrijwilliger- gezelschapsdieren, dient hij reeds de nodige ervaringen te hebben opgedaan met diervrije en andere alternatieve methodes en beheerst hij deze voldoende

7.13  Op elk vlak van klinische en chirurgische trainingen blijft het grootste respect voor het leven en voor het dier bewaard en worden de hoogst ethische standaardnormen gehanteerd op vlak van dierenbescherming, gezondheid en veiligheid

7.14  Ethische vragen, dierenrechten en dierenwelzijn, dierengebruik en alternatieven inbegrepen en de verhouding tussen mens en dier, worden open en uitvoerig besproken

 

8. Statuut voor veldstudies op levende dieren

InterNICHE  beschouwt observatie- en onderzoeksstudies van in het wild levende dieren of zwerfdieren als waardevolle ervaringen, wanneer aan alle volgende voorwaarden werd voldaan:

8.1   De mogelijkheden tot veldonderzoek houden rekening met de behoeften en het welbevinden van het individuele in het wild levende dier en zwerfdier, met de diersoort en het ecosysteem

8.2   Het dier werd niet gevangen genomen voor onderzoeksdoeleinden,  noch gekocht, gekweekt, gehouden, gekwetst of gedood , met uitzondering onder bepaalde omstandigheden, ten gunste van het individuele dier, speciës of ecosysteem (zie 8.4, 8.5)

8.3  De veldstudies verstoren op geen enkele wijze de sociale structuur van het dier noch van het ecosysteem; of hebben een positieve invloed op de dieren, de speciës of het ecosysteem

8.4   Gevangenneming en/of kwetsen van een dier wordt slechts dan aanvaard wanneer het dier een patiënt is of nut heeft bij een klinische behandeling en in bepaalde omstandigheden ten voordele van de speciës of het ecosysteem (zie 8.5)

8.5   Gevangenneming en/of kwetsen van een dier ten gunste van de speciës of het ecosysteem is slechts dan aanvaardbaar, wanneer het slechts gaat om een minimale en voorbijgaande kwetsuur en/of gevangenschap waarbij het dier geen pijn ondervindt en het toekomstige welbevinden van het dier niet in gevaar wordt gebracht

8.6   Veldstudies dienen te vermijden dat bedreigde en in gevaar zijnde speciës en ecosystemen worden gebruikt, tenzij er wordt aangenomen dat het wezenlijk kan bijdragen tot het nut van het dier in kwestie, de speciës en het ecosysteem

8.7  De ethische overtuiging van de student met betrekking tot onderzoek van in het wild levende dieren en zwerfdieren wordt gerespecteerd

8.8   Het gebruik van kadavers, organen en weefsel van in het wild levende dieren en zwerfdieren baseert zich op 'Statuut voor ethische herkomst van dierenkadavers, organen en weefsel' of ' Statuut voor andere bron van dierenkadavers, organen en weefsel'  (zie 5, 6)

8.9   Het klinisch werk met  in het wild levende dieren of zwerfdieren baseert zich op 'Statuut voor gebruik van levende dieren voor klinische ervaringen en chirurgische training' (zie 7)

8.10  Het gebruik van in het wild levende dieren of zwerfdieren ter ontwikkeling  van alternatieven, baseert zich op 'Statuut voor het ethisch gebruik van levende dieren, dierenkadavers, organen en weefsel voor ontwikkeling van alternatieven , of  ‘ Statuut voor ander gebruik van levende dieren, dierenkadavers, organen en weefsel voor ontwikkeling van alternatieven' (zie 9, 10)

8.11  Instructeurs zijn zich bewust van hun ethische en ecologische verantwoordelijkheid; zij genoten een aangepaste training en ze zijn competent in alle activiteiten waarin dieren  betrokken zijn en die het ecosysteem beïnvloeden

8.12  Veldstudies worden op elk ogenblik gesuperviseerd door een gekwalificeerd instructeur

8.13  In elke fase van de studie blijft het respect voor het leven bewaard, respect voor het dier, de soort en het ecosysteem en er worden de hoogste standaardnormen gehanteerd wat betreft de ethiek, het welzijn, de gezondheid en veiligheid

8.14   Ethische vraagstukken,  inbegrepen de milieu-ethiek, dierenrechten -welzijn, gebruik van dieren en alternatieven en de verhouding tussen mens en dier, worden open en volledig besproken

 

9. Statuut voor het ethisch gebruik van levende dieren, dierenkadavers, organen en weefsel voor ontwikkeling van alternatieven

 InterNICHE  is tegen elk schade toevoegend gebruik van dieren voor opleiding en bijscholing,  inclusief voor het ontwikkelen van alternatieven. Wanneer er voor de ontwikkeling van alternatieven nood is aan een levend dier, kadaver, orgaan of weefsel, aanvaardt InterNICHE dit gebruik onder volgende voorwaarden: 

9.1   Voor de leerpraktijk bestaat er  nog geen diervrij alternatief of het is praktisch niet beschikbaar 

9.2   Het dier werd niet gevangen, gekweekt, gehouden, gekwetst of gedood met de bedoeling alternatieven te ontwikkelen, met uitzondering voor bepaalde omstandigheden van schade en/of euthanasie van een dier bij invasieve en terminale ingrepen  (zie 9.4, 9.5)

9.3   Het dierenkadaver, orgaan of weefsel werd ethisch verworven (zie 5)

9.4   Invasieve en/of dodelijke ingreep bij dieren is slechts dan aanvaardbaar, wanneer het dier aan een natuurlijke en ongeneeslijke ziekte lijdt of een ernstige niet herstelbare schade opliep en is enkel toegestaan, wanneer de beslissing tot euthanasie werd genomen door een gekwalificeerd dierenarts, met toestemming van de dierenhouder (zover aanwezig), alles gebaseerd in het belang van het dier en niet vanuit praktische of economische belangen (zie 9.5)

9.5   Schade veroorzaakt bij een dier, veroorzaakt door invasieve en/of terminale behandeling  is slechts dan aanvaardbaar wanneer het dier zich daar niet van bewust is(dus volledig onder narcose), de schade zo gering mogelijk werd gehouden en het om een humane euthanasiehandeling gaat  

9.6  Alle personen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van alternatieven, zijn zich bewust van hun ethische verantwoordelijkheid, genoten een aangepaste training en zijn competent wat betreft alle activiteiten en procedures waarin dieren betrokken zijn

9.7  In elke fase van het ontwikkelingsproces van alternatieven blijft het respect voor het leven bewaard, respect voor het levende dier, het dierenkadaver, organen of weefsel; de hoogste standaardnormen worden toegepast wat betreft  ethiek, welzijn, gezondheid en veiligheid 

10. Statuut voor het gebruik van levende dieren, dierenkadavers, organen en weefsel voor de ontwikkeling van alternatieven 

 Vaak zijn levende dieren, dierenkadavers, organen en weefsel voor ontwikkeling van alternatieven afkomstig uit bronnen waar dieren hebben geleden, of gedood werden, zoals in laboratoria, in kwekerijen, de veehouderij, slachthuizen , dierentuinen, sportevenementen en uit sommige dierenasiels.  InterNICHE ondersteunt geenszins het gebruik van dieren uit dit soort bronnen, omdat de ethische regels geschaad werden door het verhandelen, het pijnigen en doden op een bepaald ogenblik in zijn/haar leven.

Wanneer er voor de ontwikkeling van alternatieven, geen enkel in vrijheid levend dier, zwerfdier of gezelschapsdier dat lijdend is en terminaal, of ernstig en onherstelbaar gekwetst, beschikbaar is voor invasieve en/of terminale procedure, dan kunnen onder bepaalde omstandigheden levende dieren de plaats innemen van de  zogenaamde 'restanten' of  'afval' , afkomstig uit andere bronnen zoals hierboven vermeld , als een compromis om dit ethisch probleem op te lossen.  Zo kan eveneens onder bepaalde omstandigheden, wanneer geen dierenkadaver, orgaan of weefsel afkomstig van ethische oorsprong beschikbaar is, andere ongunstige bronnen worden aangesproken, teneinde een oplossing te bekomen.  

Het gebruik van levende dieren, voor invasieve en/of terminale procedures, of dierenkadavers, organen en weefsel, is een aanvaardbaar compromis ter ontwikkeling van alternatieven, wanneer aan volgende voorwaarden wordt voldaan:

10.1   Er bestaat geen alternatief voor de praktijk of er is geen alternatief beschikbaar

10.2   Het dier wordt werkelijk benut ter ontwikkeling van het alternatief en er is geen levend dier of dierenkadaver, orgaan of weefsel afkomstig uit ethische bron beschikbaar

10.3   Het alternatief dat ontwikkeld wordt is bedoeld om pijnlijk diergebruik te vervangen tijdens opleiding of bijscholing en zal ter beschikking worden gesteld van studenten

10.4   Nog voor de toelevering, was het levende dier voorbestemd om gedood te worden. Het werd niet gevangen, niet aangekocht, noch gekweekt, gekwetst of gedood om het alternatief te kunnen ontwikkelen, met uitzondering voor kwetsuren en/of euthanasie in bepaalde omstandigheden tijdens invasieve en/of terminale procedure (zie 10.5, 10.6, 10.8, 10.9)

10.5   Wanneer een levend dier noodzakelijk is, geeft men prioriteit aan de bron en het gebruik van een dier dat lijdt aan een natuurlijke terminale ziekte of ernstige onherstelbare kwetsuur; wanneer er reeds een beslissing genomen werd voor euthanasie door een gekwalificeerd dierenarts, met toestemming van de dierenhouder (voor zover aanwezig), gebaseerd op de belangen van het dier en niet gemotiveerd door praktische of economische interessen  (zie 10.8, 10.9)

10.6   Wanneer een dier gezond en verzorgd werd toegeleverd, dan zal het ook gezond en verzorgd terugbezorgd worden en niet gebruikt voor een terminale procedure of een actie die euthanasie noodzakelijk maakt

10.7   Alle gebruik van dieren en invasieve niet-terminale ingrepen bij een levend dier, gebeuren direct of indirect ten voordele van het dier, zoals van de dood te worden gered, te worden gesteriliseerd gedurende een bepaalde procedure en gezond en verzorgd te worden terugbezorgd

10.8   Een invasieve procedure bij het levende dier zal nooit bijkomende schade toevoegen en houdt  geen enkel risico in voor zijn/haar welzijn in de toekomst,  uitgezonderd in bepaalde procedures bij een dier dat lijdt aan een natuurlijke ziekte of een ernstige onherstelbare kwetsuur (zie 10.9)

10.9   Schade toegebracht aan een dier te wijten aan een invasieve en/of terminale procedure, is slechts aanvaardbaar wanneer de schade niet bewust wordt beleefd door het dier in kwestie en als het gaat over een actie van humane inslapingsprocedure

10.10  De herkomst van dierenkadavers, organen en weefsel beantwoordt aan het 'Statuut voor ethische herkomst van dierenkadavers, organen en weefsel' of 'Statuut voor andere niet-ideale herkomst van dierenkadavers, organen en weefsel'  (zie 5, 6)

10.11  het proces van bronvoorziening wordt op geen enkele wijze ondersteund  noch erkend voor activiteiten die gepaard gaan met beschadiging of doden van dieren, er wordt geen enkele handel met deze dieren gecreëerd noch gesteund.

10.12  Alle personen die betrokken zijn in de productie van alternatieven, zijn zich bewust van hun  ethische verantwoordelijkheid,  zij genoten een aangepaste training en zijn competent in alle activiteiten en procedures waarin dieren betrokken zijn 

10.13  Alle etappes in de  bronvoorziening worden gedragen binnen de context van respect voor het leven en met respect voor het dier en er worden de hoogste standaardnormen gehanteerd wat betreft ethiek, welzijn, gezondheid en veiligheid

Download the Policy